Ruimte

Ruimtebeslag van wonen, werken en recreëren optimaliseren.

Lees meer

Doelenboom

Beleidsdoel 5.1

Beleid voor wonen, vitaliteit woonomgeving en ruimtelijke ontwikkeling voeren

Operationele doelen

5.1.1 Wonen en vitaliteit woonomgeving van dorpen en steden stimuleren

5.1.2 Ruimtelijke ontwikkeling vormgeven en uitvoeren

Beleidsdoel 5.2

Beleid voor economie, landbouw en toerisme voeren

Operationele doelen

5.2.1 Een optimaal vestigingsklimaat scheppen

5.2.2 Hoogwaardige werklocaties realiseren

5.2.3 Aan het toerisme gekoppelde bedrijvigheid  stimuleren

5.2.4 Voor duurzame land- en tuinbouwgebieden zorgen

Beleidskader

  • De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de Wet ruimtelijke ordening (Wro) Besluit ruimtelijke ordening (o.a. Ladder voor duurzame verstedelijking),  en de Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH) vormen het ruimtelijk kader vanuit het Rijk.
  • In de SVIR is opgenomen dat “De programmering van verstedelijking wordt overgelaten aan provincies en (samenwerkende) gemeenten. Waar samenwerking tussen gemeenten uitblijft, stimuleren provincies actief dat de samenwerking alsnog tot stand komt. Provincies voeren – rekening houdend met de rijksdoelstellingen – de regie over de integratie en afweging van ruimtelijke opgaven van (boven)regionaal belang”.
  • De Provinciale Structuurvisie 2040 vormt het ruimtelijk kader vanuit de provincie.
  • In de Provinciale Ruimtelijke Verordening staat hoe wij de provinciale belangen behartigen in ruimtelijke plannen van gemeenten.
  • De provinciale woonvisie richt zich op het kwalitatieve aspect van wonen (als aanvulling op de Structuurvisie). Als doelstelling is opgenomen: ‘Wij streven naar voldoende woningen in een aantrekkelijk woonmilieu en met een passende kwaliteit in het jaar 2020’.

Prioriteiten voor dit begrotingsjaar

  • Stimuleren van binnenstedelijke woningbouw  (5.1.1)
  • Opstellen plannen van aanpak voor Regionale Actieprogramma’s (RAP’s) Woningbouwprogrammering 2015-2020 (5.1.1)
  • Beschikbaar stellen van locaties voor zelfbouw door gemeenten en corporaties via kennis en afspraken in de RAP’s (5.1.1)
  • Aanpassen van de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan de actualiteit en voorbereiden op de Omgevingsvisie (5.1.2)
  • Opstellen ruimtelijke-economische agenda MRA,  mede als input voor de Omgevingsvisie (5.1.2)
  • Laten doorwerken van ruimtelijke-economische effecten van energietransitie in de diverse ruimtelijke kaders (5.1.2)

Omgevingsfactoren

Demografische ontwikkelingen
Governance: De tendens waarbij er meer ruimte wordt gegeven aan initiatieven van onderaf is vooral waarneembaar in het ruimtelijk domein. De omgeving verandert: opgaven worden complexer en raken meerdere partijen en sectoren. Ontwikkelingen gaan sneller en hebben ongewisse gevolgen. Ook de rol van de overheid verandert: decentralisaties, minder budget en meer maatschappelijke initiatieven. Grote ingrepen van bovenaf (bv. grootschalige woningbouw) zijn minder aan de orde. Ook verschuift de focus van ontwikkeling van nieuwe ruimte naar intelligente oplossingen voor het bestaande. De provincie verandert hierin mee. Dit heeft zijn weerslag op de manier van werken en de rol van overheden bij initiatieven rond ruimtelijke ontwikkelingen. Deze verschuift van sturend naar faciliterend en coördinerend en van reagerend en toetsend naar initiërend.