Om zicht te hebben op het EMU-saldo van de lokale overheid, zijn provincies en gemeenten met ingang van de begroting 2006 verplicht om de berekening van het EMU-saldo in de begroting op te nemen. Daarbij moet naast de berekening van het begrotingsjaar, ook de berekening van het voorafgaande jaar en het jaar volgend op het begrotingsjaar worden opgenomen. Hiervoor wordt onderstaand model gebruikt.
Berekening EMU-saldo provincie Noord-Holland | ||||
Omschrijving | 2014 | 2015 *) | 2016 | 2017 |
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (BBV art.17c) | -136.184.276 | -83.812.000 | -47.339.000 | -14.041.000 |
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | 90.718.263 | 77.659.000 | 89.544.000 | 56.567.000 |
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie | 164.441.690 | 32.505.000 | 26.856.000 | 23.967.000 |
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | -221.775.901 | -195.476.000 | -245.236.000 | -270.882.000 |
De in mindering op de hierboven genoemde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het rijk, de provincies, de Europese Unie en overigen | 61.433.374 | 71.015.000 | 90.613.000 | 141.185.000 |
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op de exploitatie verantwoord. | - | - | - | - |
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | 2.626.394- | - | - | |
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord | - | - | 4.419.000 | - |
Betalingen ten laste van de voorzieningen | -87.122.650 | -99.787.000 | -84.484.000 | -85.111.000 |
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) en die nog vallen onder één van de andere genoemde posten | - | - | - | - |
Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen | - | - | - | - |
EMU Saldo | 131.115.894- | -197.896.000 | -165.627.000 | -148.315.000 |
*) 2015 t/m de Zomernota |
Verschil tussen baten/lasten stelsel en berekening EMU-saldo
Het EMU-saldo wordt berekend op transactiebasis, deze berekeningswijze is in grote mate vergelijkbaar met het kasstelsel zoals dat voor het Rijk van toepassing is. De lagere overheden, waaronder de provincies, voeren echter een administratie op basis van het baten/lastenstelsel. Dit stelsel wordt voor de provincies voorgeschreven op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Het EMU-saldo kan worden berekend ui het exploitatiesaldo van het baten/lastenstelsel door enkele posten, afhankelijk van de kasmutatie, erbij te tellen dan wel eraf te trekken.
Referentiewaarde
Vanaf 2004 bestaan er afspraken tussen de Rijksoverheid en de lokale overheden over de beheersing van het EMU-saldo. De meest recente afspraak is van januari 2013 in het Financieel Akkoord waarin aan de decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) een EMU-ruimte van 0,5% BBP is toegestaan voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Voor de jaren 2016 en 2017 is een daling van de EMU-ruimte voorzien tot 0,4% resp. 0,3%. Eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg bezien of de geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is.
De afspraken worden jaarlijks vertaald in een referentiewaarde voor de provincies, die vervolgens wordt verdeeld over de individuele provincies op basis van de verhouding van de begrotingen. De referentiewaarde die in 2015 aan Noord-Holland wordt toegekend bedraagt € 61,5 miljoen. Zoals uit de tabel hierboven blijkt is deze waarde kleiner dan het berekende EMU-saldo. Per saldo bedraagt de overschrijding van de referentiewaarde dus € 136,4 miljoen.